Politieke verschuivingen bij gemeenteraadsverkiezingen hebben geen enkele invloed op de hoogte of de verdeling van de lokale belastingen. Dat blijkt uit onderzoek van Maarten Allers en Harm Rienks van de Rijksuniversiteit Groningen. Beiden zijn verbonden aan het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Groningse universiteit.
Vaak wordt gedacht dat linkse partijen kiezen voor hogere belastingen en uitgebreidere voorzieningen voor inwoners. Rechtse partijen zouden daarentegen juist kiezen voor lagere belastingen en een kleine overheid. Allers en Rienks zetten echter vraagtekens bij deze aannames.
Zij bestudeerden de periode 1998-2021, waarin zes gemeenteraadsverkiezingen zijn gehouden. In die periode veranderden de samenstellingen van de raad en het college regelmatig. Deze samenstellingsveranderingen zou je - op basis van de aannames over de voorkeuren van linkse en rechtse partijen - terug moeten zien in de lokale lasten.
Belastingbeleid blijft gelijk
De politieke samenstelling van gemeenteraden of colleges bleek echter geen enkel effect te hebben op de hoogte van de gemeentelijke belastingen. Ook de manier waarop de lasten worden verdeeld tussen bijvoorbeeld huurders en eigenwoningbezitters wordt er niet door beïnvloed. Welke samenstellingsveranderingen er ook plaatsvinden - groei voor de VVD, groei voor de SP, groei voor de rechtse partijen als geheel of groei voor de linkse partijen als geheel - het belastingbeleid wordt niet bijgestuurd.
Verrassend
De onderzoekers zijn verrast door deze uitkomsten. ‘Dit roept vragen op over de lokale democratie. Een van de fundamentele politieke keuzes waarover burgers zich tijdens gemeenteraadsverkiezingen kunnen uitspreken is de hoogte van de overheidsuitgaven en de bijbehorende lasten voor de burger. Als onze stem daar geen invloed op heeft, hebben kiezers op andere terreinen dan wél invloed? Gemeenten zijn medeverantwoordelijk voor essentiële beleidsopgaven, zoals de energietransitie en de woningbouw. Die opgaven stellen hoge eisen aan de lokale democratie,’ stelt Rienks.