
'Vandaag is de dag dat mijn lichtje branden mag'. Het is Sint-Maarten. Kinderen lopen zodra het schemerig begint te worden met (zelfgemaakte) lampionnen langs de deuren en zingen een liedje voor lekkers.
Overdag staat in het teken van inzamelingen voor dak- en thuislozen in het koor van de Martinikerk. Er worden jassen en dekens ingezameld die verdeeld worden via lokale hulporganisaties. Later op de dag is er de Sint Martinusvesper en ‘s avonds de voorstelling ‘Forget to remember’, met verhalen uit het koloniale en slavernijverleden, verteld vanuit het perspectief van vrouwen van kleur.
Aan het eind van de middag lopen kinderen met verlichte lampions langs huizen en winkels om liedjes te zingen en lekkers te verzamelen.
Vooral Groningen kent een heel levendige sint-maartenstraditie. Veel Groningse liedjes zijn in een Groninger dialect. Een bekend liedje in het Gronings is het liedje “Sint-Martinus”:
“Sunt-Martinus bisschop
mit zien roege muts op,
mit zien laange stevels aan,
doar komt Sunt-Martinus aan”.
De traditie vroeger was dat arme kinderen langs huizen gingen van rijke plaatsgenoten om te bedelen voor geld of fruit, maar dit is veranderd in een lichtjesfeest voor kinderen uit alle gezinnen.
Met Sint-Maarten wordt de naamdag Sint-Maarten gevierd, een Bisschop van Tours (geboren in 316 en gestorven op 11 november 397). Zijn echte naam is dan ook Maarten van Tours. Sint-Maarten was een erg populaire heilige in de Middeleeuwen.
In Nederland zijn enkele van de oudste kerken aan hem gewijd, zoals de Martinikerk in Groningen en de Domkerk in Utrecht. De tradities zijn per regio verschillend. Sint-Maarten wordt niet overal gevierd, maar wel in Groningen, Noord-Holland en Limburg.