Woningeigenaren en huurders zijn dit jaar flink meer kwijt aan gemeentelijke woonlasten. Dat komt vooral omdat de afvalstoffenheffing sterk stijgt. Dat meldt het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), dat de woonlasten in de 40 grootste gemeenten in kaart heeft gebracht.
Huurders betalen 8 procent meer, mensen die een huis bezitten en daar ook in wonen 6,2 procent. Dat is het meest in jaren en veel meer dan de inflatie, die 1,4 procent bedraagt. Dat betekent dat de gemeentelijke woonlasten meer zijn gestegen dan andere uitgaven, aan bijvoorbeeld kleren en boodschappen.
De afvalstoffenheffing stijgt met 9,1 procent (28 euro) het sterktst, gevolgd door de ozb met 5,2 procent (13 euro).
De gemeentelijke woonlasten voor huishoudens van meerdere personen in een koophuis stijgen gemiddeld met 45 euro tot 774 euro per jaar aan gemeentelijke woonlasten, die bestaan uit de onroerende zaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Huurders zijn gemiddeld 390 euro kwijt, 29 euro meer dan een jaar eerder. Zij moeten afvalstoffenheffing en in sommige gemeenten rioolheffing betalen.
Groningen
Het OZB-tarief voor woningeigenaren in Groningen stijgt gemiddeld met 6,1 procent (395,40 euro), de afvalstoffen met 10 procent voor een éénpersoonshuishouden (259,92 euro) en 10,7 procent voor meerpersoonshuishouding (369 euro).
De rioolheffing daalt in Groningen met 4,4 procent voor zowel éénpersoonshuishoudens als meerpersoonshuishoudens.
