Een wijntje, na een dag hard werken. Even snel patat halen, omdat we zo goed bezig geweest zijn vandaag. Een lekker vrijdagavondje op de bank met chips en chocolade na een lange werkweek. Kinderen krijgen de tablet op schoot en wat lekkers als ze een goed cijfer halen op school. Ondertussen lijkt het alsof we onszelf net zo vaak belonen als onze huisdieren. Waar ligt de grens tussen een smoes en beloning en moet er überhaupt een grens getrokken worden?
Beloningen, we groeien ermee op. Van jongs af aan wordt er gewerkt met een beloningssysteem. Schrijf je goed mee met het dictee, dan krijg je een stempel. Heb je het drie keer goed gedaan, dan krijg je een sticker. Doe je het goed bij je sport, dan krijg je een andere bandkleur of je mag op hoger niveau meespelen. Win je? Dan krijg je een medaille of beker. Ben je een prima leerling, dan mag je naar de HAVO. Rook je nog steeds niet op je achttiende, dan kan het zo zijn dat je je rijbewijs van je ouders krijgt.
En ook als volwassene kunnen we nog steeds voor beloningen gaan. Opslag op het werk of zelfs een bonus. Toch maar even een hardloopwedstrijd meepakken met als beloning een snellere tijd dan vorig jaar en felicitaties van Strava.
Meermaals per week een wijntje na het werk of weer een reep chocolade omdat je vindt dat je het verdient. Zijn dit echte beloningen? Maak je jezelf daar op lange termijn gelukkig mee? Is het een patroon, een korte termijn geluksgevoel of verzint je breindeel dat naar comfort snakt weer een slimme smoes om het te ‘mogen’?
Ik heb heel veel mensen gesproken en gevraagd naar hun ‘smoes-gedachten’. Mijn vraag was: “Welke smoesjes verzint je brein om lekkers te eten of om niet te gaan sporten?” Ik zal een aantal antwoorden met je delen: Ik ben moe, ik heb zo hard gewerkt dus nu mag ik iets lekkers, het regent, ik heb zo’n drukke dag gehad dus mag ik bankhangen, ik heb het druk, ik begin maandag wel, ik heb het nu toch al verpest dus nu neem ik nog meer, volgende maand begin ik echt, ik heb eerst nog een feestje, het gaat me toch niet lukken, etc.
Het is best lastig om het breindeel te herkennen dat smoesjes verzint. Het voelt vaak voor jezelf op dat moment absoluut niet aan als een smoes. Voor het gemak kunnen we zeggen: zodra je gedachten hebt dat je iets lekkers verdient of een reden verzint om niet te gaan sporten, kun je er vanuit gaan dat je comfortbrein spreekt (behalve als je een heftige blessure hebt of erg ziek bent).
Op het moment dat het regent en je gedachten schreeuwen: ‘Je hebt zo hard gewerkt vandaag, maak er maar een avondje bankhangen met chips en Netflix van in plaats van sporten.’ Is het dan een beloning om op de bank te ploffen? Of is de buitentraining en de welverdiende douche naderhand een grotere beloning?
Een beloning is een bekroning, een aanmoediging en een blijk van waardering. Je hebt altijd de keuze tussen gaan of niet gaan en lekkers nemen of niet nemen. En met dit in je achterhoofd, mag jij je eigen keuzes maken. Welke keuze je ook maakt, geniet van je beloning.