Column: Mijn kennismaking met familieopstellingen, deel 2

03 dec , 15:00 Lifestyle
column 99 ls foto
LS Fotografie
Vorige week ging mijn column over mijn eerste ervaring met systemische (familie)opstellingen. Aangezien ik gast cliënt was bij een opleiding voor het leren begeleiden van opstellingen werden er verschillende opstellingsvormen beoefend.
De tweede opstelling deed mij denken aan een oefening uit de opleiding NLP die ik zelf gevolgd heb. Je vertelt waar je naar wilt kijken. Ik wil wel graag weten waar mijn: ik moet van mezelf altijd hard werken vandaan komt. Je sluit je ogen en de begeleider laat je met je gedachten naar je voeten gaan, je benen, buik en door omhoog, het zorgt ervoor dat je ontspant. Ze zegt: “Ga met je gedachten door je navel naar binnen en ga via een trap of lift naar beneden.” Met mijn ogen dicht zie ik geen trap of lift, ik zie een spoorlijn waar ik overheen vlieg. “Ga naar een plek in de natuur waar jij je fijn voelt.” Ik vlieg door de lucht en na een tijdje zie ik een dolfijn en daarachter een schip. Ze vliegen op hoge snelheid met mij mee. Tien minuten ervoor werd deze opstelling voorgedaan en de persoon zag haar moeder op het strand. De begeleider vraagt door en stuurt erop aan dat ik een mens zie. Ik blijf alleen een dolfijn en een schip zonder bemanning zien. In eerste instantie denk ik dat de dolfijn iets met mijn zusje te maken heeft, omdat zij vroeger alles van dolfijnen had, tot aan haar dekbed aan toe. Het schip kan ik niet plaatsen. De begeleider vraagt goed door en zo komt de herinnering naar boven dat mijn oma een schipperskind was. Haar ouders werkten op een schip en zij moest naar een internaat. Mogelijk dat mijn wil om hard te werken diep in mijn familiesysteem geworteld zit.
Vorige week zei iemand dat een dolfijn voor heel veel dingen staat: intelligentie, speels karakter, sociaal en nieuwsgierig. Ik weet nog niet precies wat ik uit deze oefening kan halen. Het kan zijn dat ik het heel lang mag laten sudderen.
Na een pauze met een lekkere boerenomelet, werd de volgende opstelling voor de groep voorgedaan. Een dame mocht naast de opleider zitten en vertellen over vier grote heftige gebeurtenissen in haar leven. Vervolgens werden er vier representanten aangewezen die in het ‘wetende veld’ naast elkaar mochten gaan staan. De dame mocht tegenover de eerste persoon staan. Ze keken elkaar heel lang aan. Ik zag vanaf de zijkant iets heel bijzonders gebeuren met haar pupillen. Huilend keek ze haar jongere versie aan, die als kind misbruikt was. De opleider zei krachtige zinnen die de dame mocht herhalen. Ondertussen gebeurde er iets met de derde persoon in de rij. De enige man die aanwezig was, ‘speelde’ de vader van de dame. Hij zakte steeds verder door zijn knieën, het leek alsof hij niet meer op zijn benen kon staan. Even later zat hij huilend op de grond. Het was vooraf niet verteld, maar tijdens de opstelling werd duidelijk dat de vader de misbruiker was. Het was heel bijzonder om te zien, dat deze man de schuld en zoveel verdriet voelde, terwijl hij er in het ‘normale’ leven niets mee te maken heeft. In het ‘wetende veld’ voelde hij die energie.
Na de oefening vroeg ik: “Gaan we het nu met vier leuke gebeurtenissen doen?” Er werd gelachen. Een tweede dame mocht ook deze opstellingsvorm voor de groep ondergaan, terwijl een vrouw die de opleiding volgt de opstelling mocht begeleiden. Ik mocht haar puberversie zijn in het ‘wetende veld’. We hebben elkaar minutenlang aangekeken. Eerst keek ze stoer, toen moest ze huilen en later lachen, alle emoties kwamen voorbij. Bij mij gebeurde er niet veel qua emoties. Ik vond het wel heel bijzonder, dat als je iemand heel lang in de ogen kijkt, de persoon er mooier, liever en zachter uit gaat zien. En je ziet alleen nog maar ogen, de rest doet er niet meer toe.
Tenslotte deden we nog een andere opstelling. De opleider vroeg wie er nog iets wilde aankijken. Ik stak mijn hand op, samen met vier anderen. Wij mochten in een rij naast elkaar gaan staan. Vijf representanten kwamen tegenover ons staan en wij keken elk één persoon aan. Ondertussen zei de opleider dat we langzaam een stukje dichterbij mochten komen. Ze zei zo nu en dan iets persoonlijks tegen iemand of zinnen die de persoon mocht herhalen. Ze kwam bij mij en zei: “Sta jij hier goed?” Ik zei: “Ik blijf hier standvastig staan en ga geen stap dichterbij.” Zij: “Je bent te veel moeite aan het doen, je bent te hard aan het werk, ga maar een stap naar achteren.” En wat er toen gebeurde, was grappig en bijzonder tegelijk. De dame tegenover mij die ik minutenlang had aangekeken, opende haar mond heel wijd, alsof ze gaapte zonder geeuw en ze schudde haar schouders los. Aangezien ik ontzettende kiespijn had, vond ik de beweging met haar mond een interessant teken. De stap naar achteren zorgde voor meer rust en ontspanning.
Bij de rondvraag aan het einde van de dag vroeg de opleider wat we van de dag vonden. Ik zei: “Ik vond het heel interessant en ik ben benieuwd wat het teweeg gaat brengen. Maar ik prefereer veel meer lucht en veel meer humor, ik vond dit zwaar.” Ik zie overeenkomsten met de opleiding die ik volg. Bij beide gaat het om de verbinding met jezelf, echte verbinding met anderen, minder in je hoofd, meer in je lijf en alles vanuit liefde. Het verschil voor mij was dat deze dag zwaarmoedig aanvoelt, de opleiding Provocalief die ik zelf volg heeft dezelfde kerngedachte, met veel lucht en humor.
Esther de Boer