Groningse studenten zijn onterecht uitgesloten van het recht op de eenmalige energietoeslag. De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, deed uitspraak in drie zaken over de eenmalige energietoeslag, die waren aangespannen door Groningse studenten.
De rechtbank oordeelt dat in twee van de zaken het beroep van de studenten gegrond was, in de derde zaak verklaart de rechtbank het beroep van de student ongegrond. Het college van B&W van de gemeente Groningen besloot eerder dat die studenten niet in aanmerking kwamen voor de toeslag.
In twee zaken beroep gegrond verklaard
In twee van de zaken stelden de studenten dat het college een ongerechtvaardigd onderscheid maakt tussen studenten en niet-studenten. De rechtbankheeft dat het onderscheid zoals door het college wordt gemaakt maar ten dele voldoet aan de eisen van doelmatigheid en niet proportioneel is.
In één van die twee zaken moet het college een nieuw besluit nemen. In de andere zaak is bepaald dat de betreffende student de eenmalige energietoeslag alsnog moet ontvangen.
In de derde zaak stelt de rechtbank dat het inkomen van de student te hoog is om in aanmerking te komen voor de toeslag.
Eerdere uitspraken
Het is niet de eerste keer dat de rechter bepaalt dat een gemeente ten onrechte studenten heeft uitgesloten van een energietoeslag. Eerder kwamen rechtbanken in Arnhem, Amsterdam en Utrecht in vergelijkbare zaken ook al tot het oordeel dat studenten niet mochten worden uitgesloten van de energietoeslag alleen omdat ze student zijn.