Huismus meest getelde vogel in Groningen

28 jan , 12:45 Nieuws
bird 2847799 1280
Jill Wellington via Pixabay

De huismus is opnieuw het vaakst geteld in onze gemeente tijdens 21e editie van de Nationale Tuinvogeltelling. Dat maakte de Vogelstichting maandagmiddag bekend.

Op grote schaal werden tuinvogels geteld. Meer dan 105.000 deelnemers telden bijna 1,5 miljoen tuinvogels.

In de gemeente Groningen is de huismus (2.406) opnieuw het vaakst geteld. De koolmees (1.592) staat op nummer 2. Op de derde plek staat de merel en is 1.078 keer waargenomen in de stad. Op de vierde plek staat de pimpelmees en de Roodborst eindigt op de vijfde plaats.

De Groningse top twee is gelijk aan de landelijke top. Alleen eindigt de merel op plek drie, terwijl landelijk de pimpelmees op de derde plek is geëindigd. De top tien werd afgesloten door de ekster.

In de provincie telden 4.088 deelnemers 57.193 vogels. De huismus, de koolmees en de pimpelmees staan op de eerste, tweede en derde plaats, gelijk aan de landelijke top 3.

Ook landelijk werd de huismus het vaakst gezien door ruim 105 duizend deelnemers. De huismus werd gevolgd door de koolmees en de pimpelmees.

Bijzondere vogels

Naast de bekende soorten werden ook opvallende waarnemingen gedaan. Dit jaar zijn onder andere één kruisbek, twaalf pestvogels, tien waterrallen en drieënzeventig grote gele kwikstaarten gemeld. Ook vijf soorten spechten kwamen voor in de telling: kleine bonte specht, groene specht, grote bonte specht, middelste bonte specht en de zwarte specht. En vier soorten uilen: ransuil, steenuil, bosuil, kerkuil.

Met veel vogelsoorten gaat het nog niet goed in ons land. Veranderingen in ons landschap zorgen ervoor dat vogels steeds minder plekken vinden voor voedsel en schuilplaatsen, wat hun overlevingskansen in de stad verkleint. Het is gebruikelijk dat de huismus de lijst aanvoert, hoewel het dit jaar spannend was. ‘Het aantal huismussen in de afgelopen decennia meer dan gehalveerd. Ook het aantal getelde merels is teruggelopen. Dat komt waarschijnlijk door het usutuvirus, dat de merels al sinds 2016 treft’, aldus Vogelbescherming Nederland.