De heer A.S. Oostra is vrijdag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De Koninklijke onderscheiding werd uitgereikt door loco-burgemeester Ton Schroor.
De heer Oostra is onderscheiden voor zijn (bestuurlijke) inzet en werkzaamheden voor de emancipatie van de dovengemeenschap in Nederland.
Vanaf het moment dat hij in 1980 als directeur van het Koninklijk Instituut H.D. Guyot (thans Koninklijke Kenthalis) werd benoemd heeft hij zich ingezet voor de emancipatie van de Nederlandse dovengemeenschap in een tijd waarin ook gebarentaal door het onderwijssysteem in de dovenwereld in de ban was gedaan en tot 1980 verboden was vanwege de heersende opvatting dat deze taal tot een verminderde cognitieve ontwikkeling zou leiden en daarmee integratie in de samenleving zou verhinderen.
De heer Oostra leverde belangrijke bijdragen aan grote ontwikkelingen in het onderwijs en zorg aan doven die tot grote vooruitgang hebben geleid. Hij gaf gehoor aan de roep van de dovengemeenschap en ouders van dove kinderen tot de noodzaak van het gebruik van gebarentaal.
Door verandering aan te brengen voor het gebruik van gebarentaal enerzijds en anderzijds dove mensen te stimuleren hun eigen verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ontwikkelingen op zich te nemen, legde hij de grondslag voor liberalisering en emancipatie die tot succesvolle participatie van doven in de samenleving leiden. Dove volwassenen werden vooral als een onderwerp van zorg gezien.
De heer Oostra heeft vanuit een mensenrechtenperspectief naar de positie van dove burgers gekeken en niet naar ónmondige mensen met gehoorproblemen.
Daarnaast heeft de heer Oostra zich op vrijwillige basis ingezet voor een tolkenvoorziening, die uiteindelijk na veel onderhandelingen met politiek en beleidsmakers in 1988 wettelijk werd verankerd.
Tot op heden is hij voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Tolknet. Ook was hij als voorzitter van PPHD (Platform Psychische Hulverlening aan Doven) van grote betekenis bij de plannen voor een psychiatrische voorziening voor Doven. Het PPHD had een belangrijke stem bij de advisering aan het ministerie van Volksgezondheid. Tevens stond decorandus aan de basis van de ESMHD (European Society for mental Health and Deafness). Hij werkte samen met ouderverenigingen en psychiaters uit diverse landen.