De Hondsdagen

Foto: Publiek Domein

De hondsdagen duidt de periode van ongeveer 20 juli tot 20 augustus aan. De naam is verwant aan het sterrenbeeld Grote Hond. De heldere ster Sirius van dat sterrenbeeld komt gelijk met de Zon op, en is dan niet te zien. In Nederland en België is deze periode gemiddeld de warmste van het jaar.

Betekenis van de hondsdagen in de weerkunde
Weerkundig staat de eerste dag van de hondsdagen gelijk aan het weer in de volgende vier tot zes weken. Een mooie zonnige eerste hondsdag zou dus een mooie zonnige zomer beloven. De hondsdagen kenmerken zich over het algemeen door warm, vochtig weer met af en toe een fikse onweersbui, veel regen in korte tijd en lokaal wateroverlast.

Weerspreuken verbonden aan de Hondsdagen
Sint-Margriet of Pisgriet, 20 juli, de naamdag van Margaretha van Antiochië.
Pisgriet wordt beschouwd als eerste dag van de hondsdagen. Vanouds her is deze dag belangrijk voor boeren en buitenlui. Volgens zeggen is het weer op pisgriet bepalend voor het weer op de daarop volgende weken.

Volgens de legende was het zo dat Margriet een goede daad had gedaan en dat zij als beloning dat waar zij mee zou beginnen, zes weken ononderbroken vol zou kunnen houden, zonder ook maar een moment moe te worden.

De hondsdagen hebben niets met honden te maken. In diverse landen had men vroeger de gewoonte om honden tijdens de hondsdagen een muilkorf om te doen uit vrees voor hondsdolheid. Maar de hondsdagen hebben verder niets te maken met honden, het kan echter tijdens een onweer  hondenweer zijn. Het woord hondenweer is afgeleid van het oud-Nederlandse woord ondeweer. Dit betekent zeer slecht weer

Na de hondsdagen volgen nog kattendagen oftewel de drie dagen die volgen op de hondsdagen.

Bron: Wikipedia

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen