Deze zomer is er veel te doen geweest over de inmiddels welbekende eikenprocessierups. Elke rups met haren is al snel een rups waarvoor je moet oppassen. Echter veel rupsen met haren zijn geen enkel gevaar, sterker nog, ze maken de tuin een stuk leuker.
Maar hoe herken je de eikenprocessierups eigenlijk en welke rupsen wil je juist wel in je tuin hebben?
'Wie wil er nou geen tuin vol kleurrijke vlinders in de zomer?' In ons land zijn behalve de eikenprocessierups nog veel meer rupsen. Ook deze rupsen hebben haren op de rug. De processierups ontpopt zich tot een vrij kleine nachtvlinder, die vooral ’s nachts actief is en die we niet veel te zien krijgen.
Ook rupsen van bekende dagvlinders hebben haren op de rug. Deze haren zijn een goede verdediging tegen aanvallen van natuurlijke vijanden. Ze geven echter niet dezelfde reactie als de haren van de processierups.
Een rups die veel verward wordt met een processierups is de rups van de plakker. Deze nachtvlinder kan ook in grote aantallen in de tuin of op het huis gevonden worden maar deze rupsen zijn ongevaarlijk. Ook de rups van de dagpauwoog of de grote beer ziet er indrukwekkend uit. Stuk voor stuk ongevaarlijk en vooral erg mooi als vlinder.
Op dit moment zijn vrijwel alle eikenprocessierupsen verpopt tot vlinders of in de grond gekropen. Maar voor volgend jaar als je de eikenprocessierups wilt herkennen, let dan op de volgende kenmerken:
Ben je benieuwd welke rupsen je in de tuin gevonden hebt? Kijk dan in het rupsenzoeksysteem.
(Bron: Vlinderstichting )