
Het aantal WW-uitkeringen in de provincie Groningen nam af tot ruim 5.900. Ook in het onderwijs daalde het aantal WW-uitkeringen in de afgelopen maand. Over het afgelopen jaar nam het aantal leraren in het primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo met een WW-uitkering echter toe. Dat meldt uitkeringsinstantie UWV.
Dit is een verandering ten opzichte van de dalende trend die de afgelopen jaren zichtbaar was. Dit komt door een dalend aantal leerlingen, het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs en minder baankansen buiten het onderwijs. Naar verwachting blijft het lerarentekort voorlopig bestaan.
In de provincie nam de WW af met 145 uitkeringen (-2,4%). Deze afname van de WW in Groningen was sterker dan de landelijke. In heel Nederland nam het aantal WW-uitkeringen af met 1.276 (-0,7%). Ten opzichte van een jaar geleden is het aantal WW-uitkeringen (+0,6%) wel hoger. Deze toename is kleiner dan de landelijke stijging van het afgelopen jaar (+9,9%).
In de stad Groningen nam het aantal WW-uitkeringen ook af (-3,5%). Ten opzichte van vorig jaar is ook sprake van een hoger aantal (+0,7%).
In sectoren als overige commerciële dienstverlening, onderwijs en metaalindustrie nam de WW af. Een daling van de WW in het onderwijs in het najaar is gebruikelijk. Veel leraren die tijdens de zomervakantie hun baan verliezen, vinden in de maanden na de zomervakantie opnieuw werk. Vanuit sectoren als schoonmaak en horeca nam het aantal WW-uitkeringen toe.
In het afgelopen jaar nam het aantal leraren met een WW-uitkering toe. Eind november telde het primair onderwijs in de provincie Groningen 31 docenten met een WW-uitkering. In het voortgezet onderwijs en het mbo waren dat er 117. De toename van docenten met een WW-uitkering is een verandering ten opzichte van de dalende trend die de afgelopen jaren zichtbaar was. In de periode 2019 - 2023 was het aantal leraren met WW vrijwel iedere maand lager dan in dezelfde maand een jaar eerder. In de zomermaanden kent het onderwijs een jaarlijkse WW-piek, doordat veel tijdelijke contracten eindigen voor de zomervakantie.
Vooral de daling van het aantal leerlingen draagt bij aan de toename van het aantal docenten met een WW-uitkering. In het primair onderwijs is er sinds 2010 sprake van een daling in het aantal leerlingen. In het voortgezet onderwijs is deze daling iets later, vanaf 2015, ingezet. Voor het voortgezet onderwijs is er in de schooljaren 2022-’23 en 2023-’24 een lichte stijging, waarna het aantal weer afneemt. Voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs en het mbo is de verwachting dat de daling van het aantal leerlingen de komende jaren aanhoudt.
Ook het stopzetten van subsidies heeft invloed op de werkgelegenheid in het primair en voortgezet onderwijs. In het schooljaar 2024-2025 liepen de subsidies van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) af. De NPO-middelen waren bedoeld om de leerachterstanden, die tijdens de corona-periode door de lockdowns ontstonden, weg te werken. Tussen 2021 en schooljaar 2024-2025 was hier landelijk in totaal een budget van € 8,5 miljard beschikbaar gesteld, waarvan € 5,8 miljard voor het po en vo. Scholen gebruikten deze middelen bijvoorbeeld voor het geven van instructie in kleine groepen of voor inzet van onderwijsassistenten/instructeurs. Ook werd ingezet op klassenverkleining, het inhuren van tijdelijk personeel of het vrij roosteren van vast personeel.
Ondanks de toename van de WW onder leraren in het afgelopen schooljaar bleef de arbeidsmarkt voor het onderwijs gedurende het hele schooljaar 2024-2025 krap. Voor leerkrachten in het primair onderwijs en voor docenten in het secundair onderwijs in Groningen was er in het tweede kwartaal van 2025 zelfs sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt. Deze (zeer) krappe arbeidsmarkt geldt voor nagenoeg alle arbeidsmarktregio’s. Dat betekent dat de baankans goed is voor leraren die voldoen aan de kwalificatie-eisen en in bezit zijn van de juiste lerarengraad. De baankansen wisselen wel gedurende het jaar. Traditiegetrouw zijn de meeste vacatures voor het onderwijs vooral in het tweede kwartaal. Dan zijn scholen bezig om de formatie voor het volgende schooljaar rond te maken. Volgens prognoses blijft de vraag naar leraren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en mbo de komende jaren groot. Dit komt mede doordat veel leraren de komende jaren met pensioen gaan.





