Sinds het begin van de coronacrisis was de kwaliteit van leven nog niet eerder zo laag: Noord-Nederlanders geven hun leven op dit moment gemiddeld een 6,9. Afgelopen zomer was dit nog een 7,7 en aan het begin van de coronacrisis een 7,4.
Daarnaast heeft de onderlinge verbondenheid in Nederland een duik gemaakt: minder dan de helft van de mensen voelt zich nog verbonden met anderen, ten opzichte van 70 procent in maart 2020.
Dat blijkt uit het Lifelines Corona-onderzoek van onder andere het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen waarvoor zo’n 30.000 Noord-Nederlanders sinds maart 2020 al 19 keer een vragenlijst invulden over hun fysieke en mentale gezondheid.
Door alle lagen van de bevolking een dalende trend
De impact van de maatregelen wordt overal in de maatschappij sterk gevoeld: van iedere bevolkingsgroep is de geestelijke gezondheid nu het slechtst sinds het begin van de crisis.
Binnen het Lifelines Corona-onderzoek is dit zichtbaar in het aantal mensen dat zich somber, lusteloos of eenzaam voelt. Deze dalende trend is in alle lagen van de bevolking zichtbaar, ongeacht leeftijd, opleidingsniveau, geslacht en soort huishouden.
Lude Franke (hoogleraar genetica UMCG) geeft aan: “Ongetwijfeld zijn er mensen die zich afvragen of zij de enigen zijn die vermoeid of somber zijn. Ons onderzoek laat onmiskenbaar zien dat deze gevoelens in iedere laag van de bevolking worden ervaren. Wellicht biedt het mensen enige troost dat zij niet de enigen zijn die op dit moment worstelen met de gevolgen van corona.”
Jongvolwassenen
Hard geraakt worden jongvolwassenen, die hun leven nu een 6,0 geven, terwijl dit in de zomer nog een 7,7 was. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden doordat de maatregelen deze groep, waaronder veel studenten, zwaar treffen (online onderwijs, weinig sociale interacties en geen bijbanen in horeca). Een andere verklaring is dat zij relatief vaak positief zijn getest op COVID-19 of dat een van hun huisgenoten positief is getest, waardoor studentenhuizen vaak in quarantaine moeten.
Hoogopgeleide mensen tóch naar kantoor
Ondanks de strenge lockdown-maatregelen is er één groot verschil zichtbaar ten opzichte van de eerste lockdown: veel meer mensen gaan nu naar hun werk. In de eerste lockdown werkte 40 procent op locatie, nu werkt 51 procent op zijn normale werkplek. Met name hoogopgeleide mensen gaan weer vaak naar hun werk toe, terwijl ze dat in de eerste golf niet deden.
Alle resultaten van dit onderzoek zijn te bekijken op
www.coronabarometer.nl .