Bijna 10.000 mensen zijn vorig jaar overleden door euthanasie. Dat is 10 procent meer dan het jaar ervoor, melden de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE). Die controleren of elk overlijden volgens de regels is verlopen. Artsen zijn verplicht om elke euthanasie door te geven aan de commissies.
De noordelijke RTE, waaronder Groningen, Friesland, Drenthe en de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) kreeg vorig jaar 1.013 meldingen van euthanasie. Dat is negen procent meer dan in 2023, maar lager dan de landelijke toename van 10 procent.
Ruim 86 procent van de overleden mensen had een lichamelijke aandoening die veel voorkomt, zoals kanker of een longaandoening. Ruim vierhonderd mensen (4,3 procent) die door euthanasie zijn gestorven, hadden een vorm van dementie. Meer dan tweehonderd mensen hadden last van psychische aandoeningen (2,2 procent).
In zes van de 9958 gevallen van euthanasie zijn de artsen niet zorgvuldig genoeg te werk gegaan, oordeelden de commissies.
Onder de mensen die door euthanasie zijn overleden, is één minderjarige. Het ging om een jongen, tussen 16 en 18 jaar oud, die kampte met een vorm van autisme, angsten en depressieve gevoelens. Volgens de commissie die het overlijden onderzocht, was bij hem sprake van uitzichtloos lijden en verliep de beoordeling van zijn euthanasieverzoek zorgvuldig.
Verder was er 54 keer sprake van een duo-euthanasie. Daarbij kiezen mensen ervoor samen te overlijden. Vroeger waren dit steeds partners, maar vorig jaar waren er voor het eerst ook anderen die op die manier stierven. Dit ging volgens de RTE om "naaste familieleden".