Martini Ziekenhuis leidt landelijk onderzoek naar meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland

30 sep , 10:10 Nieuws
Robert Tieleman_Cardioloog_Martini Ziekenhuis
Martini Ziekenhuis
Projectleider en cardioloog Robert Tieleman met een smartwatch, waarmee thuis het hartritme kan worden gemeten.

Het Martini Ziekenhuis leidt een landelijk onderzoek naar meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland. Een nieuwe studie moet inzicht geven in welk medicijn goed werkt bij paroxysmaal boezemfibrilleren.

Boezemfibrilleren is volgens het Martini Ziekenhuis de meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland. Ruim 400.000 mensen hebben de diagnose, en naar schatting nog eens 80.000 zonder dat ze het weten.

Ziekenhuizen uit het hele land, zoals het UMCG, Rijnstate, MUMC en het Amsterdam UMC, doen mee aan de studie. Recent heeft ZonMw een subsidie van ruim 1 miljoen euro toegekend aan het onderzoek.

Paroxysmaal boezemfibrilleren

Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland, vooral bij oudere mensen. Bij boezemfibrilleren is de hartslag onregelmatig en vaak te hoog. In het beginstadium van deze aandoening is er vaak sprake van paroxysmaal boezemfibrilleren, waarbij hartritmestoornissen in aanvallen optreden.

Verapamil mogelijk patiëntvriendelijker

Patiënten met deze vorm van boezemfibrilleren krijgen meestal een bètablokker (een medicijn dat het hart ontlast) voorgeschreven, zoals metoprolol. Maar het is de vraag of dat ook het meest geschikte medicijn is voor deze aandoening. ‘Metoprolol kan vervelende bijwerkingen geven, zoals vermoeidheid, somberheid, minder energie, libidoverlies en potentieproblemen,’ legt dr. Robert Tieleman, cardioloog en projectleider van het onderzoek, uit. ‘Het alternatief, verapamil, wordt in de praktijk nauwelijks gebruikt – terwijl dit medicijn mogelijk veel patiëntvriendelijker is.’

Begeleide zelfzorg met smartwatch

In het onderzoek wordt bij ruim 400 patiënten het effect van verapamil vergeleken met metoprolol. Een deel van hen krijgt ook een smartwatch mee naar huis om het hartritme en klachten in het dagelijks leven te meten. Zij krijgen daarbij begeleiding van een gespecialiseerd servicecentrum.

Paroxysmaal boezemfibrilleren is lastig te diagnosticeren omdat de aanvallen spontaan komen en gaan. Dankzij de smartwatch kan het hartritme ook thuis worden gemeten, buiten het zicht van de spreekkamer. ‘Deze manier van begeleid zelfmanagement levert niet alleen waardevolle informatie op voor de arts, maar vergroot ook het inzicht in en de regie van de patiënt over zijn of haar aandoening,’ aldus Tieleman.

Het onderzoek wordt geleid door Tieleman en professor Michiel Rienstra en Tim Koldenhof (promovendus) van het UMCG.