Graslandvlinders blijven achteruitgaan

06 jul , 13:35 Nieuws
argusvlinder vlinder
hermankoek from Pixabay

Het is hoogzomer in Europa, voor veel mensen een moment om de natuur in te trekken. Maar ze zien daarbij steeds minder vlinders.

Dat is niet alleen het geval in Nederland, maar in de hele Europese Unie. Vooral de soorten van bloemrijke graslanden hebben het moeilijk. Er komen in Europa zo’n 500 soorten dagvlinders voor. Zij zijn de populairste insecten. Ze worden al meer dan vijftig jaar systematisch geteld, eerst alleen in Engeland, maar sinds 1990 in een groeiend aantal landen in Europa – en ook steeds meer daarbuiten. In 2023 werden op 5882 plekken vlinders geteld in 30 landen waaronder alle EU-landen. Dankzij al die tellingen – die soms al tientallen jaren op dezelfde plekken gedaan worden – kunnen we zien hoe het met de verschillende soorten gaat en kunnen we indicatoren maken.

Speciale aandacht

Binnen de nieuwe Natuurherstelverordening is in artikel 11 speciale aandacht voor graslandvlinders. Zij worden gezien als een van de graadmeters voor herstel van landbouwecosystemen. Er is een speciale graslandvlinderindicator ontwikkeld die 17 Europese soorten omvat. Twaalf daarvan komen voor in Nederland. Een van die graslandvlinders is de argusvlinder. Vooral in de zuidelijke helft van Europa kan deze soort nog veel gezien worden. In Nederland zijn de aantallen argusvlinders sinds 1992 met meer dan 98 procent afgenomen. Ook bij ons was dit ruim dertig jaar geleden een veel talrijkere soort. In de Europese Unie als geheel is de achteruitgang minder groot dan bij ons (60 procent). Daarbij is de achteruitgang in het noorden van de EU groter dan in het zuiden.