Het nieuwe jaar is begonnen en dit brengt altijd financiële veranderingen. Traditiegetrouw gaan er op 1 januari allerlei nieuwe wetten en regels gelden en dat raakt ieders portemonnee.
De energierekening gaat voor de meeste huishoudens omlaag, zo voorspelt vergelijkingssite Pricewise. Een gemiddeld Nederlands huishouden zou ongeveer 70 euro per jaar goedkoper uit zijn. Het lager uitkomen van de energierekening komt door een wijziging in de belastingregels. De belasting op aardgas gaat omhoog, die op elektriciteit omlaag. De belastingvermindering, een vast bedrag per energieaansluiting dat wordt afgetrokken van de energiebelasting, gaat omhoog. Het belastingdeel van de energierekening zal door deze maatregel met ongeveer 100 euro dalen.
Tanken wordt net als vorig jaar opnieuw duurder. Niet alleen de benzineprijs stijgt, diesel en LPG stijgen mee. De accijns op benzine stijgt met ruim 1 cent. Voor een volle tank van 40 liter betalen automobilisten ongeveer 0,60 euro meer. Diesel stijgt met meer dan een halve cent per liter (0,00793 euro p/l). In het geval van LPG wordt het bedrag per liter verhoogd met iets meer dan een kwart cent (0,00298 euro p/l).
Ook rokers zijn volgend jaar duurder uit. Sigaretten, tabak en sigaren worden in 2020 twee keer duurder. Een pakje van twintig sigaretten wordt per 1 januari 14 cent duurder. Op 1 april komt daar nog eens een hele euro bij. Een pakje shag van 40 gram wordt 0,35 cent duurder en daar komt per 1 april nog 2,50 euro bij.
Eigenaren van een oudere dieselauto betalen vanaf 1 januari 2020 een fijnstoftoeslag van 15 procent op de motorrijtuigenbelasting (wegenbelasting). Fijnstof, zoals roet, is slecht voor het klimaat en onze gezondheid. De overheid wil daarom het bezit en het gebruik van vervuilende auto’s minder aantrekkelijk maken. Voor een gemiddelde auto die op diesel rijdt, en tussen de 1350 en 1450 kilo weegt, kost dat 225 euro per jaar.
Vanaf 1 januari 2020 wordt de fiets van de zaak een stuk aantrekkelijker door een versimpeling van de fiscale fietsregeling voor woon-werkverkeer. De werknemer hoeft dan niet zelf een fiets te kopen.
De werkgever betaalt de fiets en meestal ook de kosten voor onderhoud en reparatie. Wel krijgt de werknemer te maken met een bijtelling bij het salaris. Uiteindelijk betaalt de werknemer daardoor enkele euro’s per maand extra belasting.
De veranderingen voor Ondernemers zijn hier te lezen.
Met de online tool ‘ Wat betekent dit voor mij? ’ van Wijzer in geldzaken, een initiatief van de Rijksoverheid en Partners kan iedereen zijn persoonlijke situatie zien van deze veranderingen.
(Bron: Rijksoverheid.nl en RTLZ)