Het broedseizoen van de grutto is dramatisch verlopen. Er zijn opnieuw onvoldoende jongen opgegroeid in 2016 om het aantal grutto’s in ons land op peil te houden.
Dat heeft de vogelbescherming zaterdag bekend gemaakt tijdens de landelijke vogelaarsdag in Ede. De grutto, in 2016 uitgekozen tot nationale vogel, gaat net als andere weidevogels, hard in aantal achteruit.
De nationale telling door onder meer de Vogelbescherming en de Rijksuniversiteit Groningen leverde dit jaar slechts 4000 vliegvlugge jongen op. Dit aantal is ruim minder dan de 11.000 die nodig zijn om de stand op peil te houden.
Terugkerende problemen
Het aantal grutto’s in ons land gaat al jarenlang in aantal achteruit door onder meer de terugkerende problemen van te vroeg maaien. Ook is het te wijten aan de te droge en bloemloze graslanden, waardoor er te weinig voedsel in de vorm van insecten is.
Tegenslag
De grutto had dit jaar extra tegenslag, doordat eind mei het zonnige en droge voorjaarsweer omsloeg en er zware onweersbuien over ons land trokken met plaatselijk zware hagel. Dit noodweer was waarschijnlijk veel opgroeiende kuikens te veel.
Vooral in Noord-Nederland trof het de kuikens extra hard omdat grutto’s daar later broeden en de kuikens daardoor jonger en dus extra kwetsbaar zijn.
De landelijke tellingen van jonge grutto’s zijn een samenwerkingsproject van Vogelbescherming Nederland, SOVON Vogelonderzoek Nederland en de Rijksuniversiteit Groningen.
