TU Delft onderzoekt oorzaken schades gebouwen

Foto: Publiek Domein

De TU Delft start met een onderzoek naar de oorzaak van schades aan gebouwen in en aan de randen van het aardbevingsgebied. Het onderzoek richt zich op de mogelijke oorzaken van schade aan gebouwen, ook daar waar bevingen niet de (enige) oorzaak kunnen zijn.

Het onderzoek vindt plaats in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

Het aantal meldingen van schade in en aan de randen van het aardbevingsgebied in Groningen is zeer groot. Veel onderzoek hebben al plaatsgevonden die aangeven wat de oorzaak niet is.

‘Er hebben al veel onderzoeken plaatsgevonden die aangeven wat de oorzaak niet is. Het is tijd om te bekijken wat de oorzaken van de schades dan wel kunnen zijn. De TU Delft is gevraagd om het onderzoek te starten en daarbij niet alleen te focussen op aardbevingen, maar ook op andere mogelijke oorzaken zoals zoutwinning of gasopslag’, aldus Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders.

Onderzoeksgebieden

Het onderzoek richt zich specifiek op complexe gevallen van schade waarbij verschillende oorzaken mogelijk of aannemelijk zijn. Hierbij wordt ook gekeken in welke mate de schade zou zijn opgetreden als er geen sprake was van mijnbouw.

Het onderzoek richt zich op de twaalf gemeenten in het aardbevingsgebied, namelijk De Marne, Winsum, Bedum, Eemsmond, Loppersum, Delfzijl, Appingedam, Slochteren, Ten Boer, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Groningen. En op de gemeenten Oldambt, Zuidhorn, Bellingwedde, Pekela, Veendam en Haren. Het dorp Moddergat wordt ook meegenomen.

Het onderzoeksgebied betreft dus het aardbevingsgebied en de randen rond de voormalige schadecontour.

Onafhankelijk onderzoek

Een team van deskundigen voert het onderzoek uit onder leiding van professor Jan Rots en Piet van Staalduinen van de TU Delft. Daarnaast heeft de NCG een begeleidingsgroep en klankbordgroep ingesteld die advies geven.

In de begeleidingsgroep zitten vertegenwoordigers uit de maatschappelijke en bestuurlijke stuurgroep en van NAM, Nedmag, AkzoNobel, Gasunie, Technische commissie bodem beweging, Commissie Bodemdaling Groningen, Kerncentrum Advies Funderingen, LTO Noord-Groningen, Ministerie van Economische Zaken en twee experts.

De klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit het gebied (Woldendorp, Onderdendam, Niehove, Oldehove, Grijpskerk, Veenkoloniën/Borgdam en Scheemda).

Validatieonderzoek

Het onderzoek is een vervolgopdracht op het validatieonderzoek van afgelopen zomer, waarin de TU Delft de onderzoeksmethode van een eerder onderzoek van Arcadis controleerde. Arcadis trok in dat onderzoek de conclusie dat de waarschijnlijkheid van schade door aardbevingen in totaal elf onderzochte gebieden kleiner is dan 1% en dus verwaarloosbaar is.

Uit het validatieonderzoek van de TU Delft in opdracht van de NCG bleek dat deze conclusie te stellig en onvoldoende onderbouwd was.

De gemelde schades aan de randen worden daarom nu als nog opgenomen. Dit gebeurt in de vorm van een proef met een gerichte aanpak door Centrum Veilig Wonen. In deze proef wordt niet, zoals nu gebruikelijk is, alleen gekeken of aardbevingen de oorzaak zijn, maar wordt ook aandacht besteed aan andere oorzaken en de samenhang.

De TU Delft start in november 2016 en het onderzoek is naar verwachting na de zomer van 2017 afgerond.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen