Twee 28-jarige mannen zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen van 6 jaar voor het veroorzaken een van een ontploffing, het voorbereiden van een plofkraak en het voorhanden hebben van de explosieve stoffen TATP en ammoniumnitraat. Dat heeft De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen bekendgemaakt.
De mannen zijn volgens de rechtbank verantwoordelijk voor de explosie, die op 1 mei vorig plaatsvond in de woning van een van de verdachten, in een appartementencomplex aan de Wibenaheerd in Beijum in Groningen.
Hierdoor werd de complete achtergevel van de woning naar buiten geslagen en is er veel schade ontstaan in de woning van verdachte en de omliggende woningen. Pas een dag later is duidelijk geworden dat er nog meer explosieve stoffen in de woning lagen.
De derde verdachte, de 21-jarige vriendin van de bewoner van de bewuste woning is vrijgesproken, omdat niet bewezen kan worden dat zij op de hoogte was van de explosieve stoffen in de woning en van de voorbereiding van de plofkraak door de andere twee verdachten. De rechtbank heeft de vorderingen tot schadevergoeding van de woningcorporatie en enkele omwonenden (deels) toegewezen.
TATP, ammoniumnitraat en pizzaschuiven
De rechtbank acht bewezen dat bewoner en zijn medeverdachte in de periode voor de explosie grondstoffen en materialen voor het produceren van het explosief TATP hebben verzameld en dat zij zelf TATP hebben geproduceerd in de woning. Er lag TATP onder het bed te drogen en er lag ook TATP in een doos in de kledingkast. Daarnaast lag er ammoniumnitraat (stof die ook als explosief gebruikt kan worden) in de koelkast. Ook lagen in de woning zogenaamde pizzaschuiven die verdachten hadden laten lassen: metalen voorwerpen waar explosieven in kunnen worden gestopt en waar plofkraken mee worden gepleegd.
Gevolgen voor buurtbewoners, hulpverleners en medewerkers woningbouwcorporatie
Verdachten hebben volgens de rechtbank vele buurtbewoners blootgesteld aan serieuze risico’s door op deze wijze te handelen. Daarnaast hebben zij veel schade, onrust en gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Ook vindt de rechtbank het zeer kwalijk dat verdachten na de explosie niet hebben gezegd dat er explosieve stoffen in de woning lagen, waardoor hulpverleners, medewerkers van de woningbouwcorporatie en buurtbewoners de woning hebben betreden met gevaar voor eigen leven.
