Nederland stopt tijdelijk met AstraZeneca voor mensen onder de 60

Foto: Gerhard G. via Pixabay

Nederland stopt per direct met de toediening van het vaccin van AstraZeneca aan mensen onder de 60 jaar. Het gaat om een tijdelijke stop die vooralsnog duurt tot en met 7 april.

Het ministerie van Volksgezondheid meldt dat vrijdag na overleg met het RIVM, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen en de Gezondheidsraad.

Directe aanleiding voor de maatregel zijn vijf nieuwe meldingen in Nederland van ernstige bijwerkingen bij vrouwen tussen de 25 en 65 jaar. Het gaat om “uitgebreide trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes”. Het bijwerkingencenrum Lareb meldde vrijdag dat er voor het eerst iemand in Nederland is overleden aan klachten die een bijwerking van het AstraZeneca-vaccin zouden kunnen zijn. Het ging om een vrouw die een bloedprop in haar longen kreeg. Een andere vrouw kreeg een hersenbloeding. De vijf vrouwen waren 25 tot 65 jaar oud. Een verband tussen het vaccin en de klachten wordt onderzocht.

Soortgelijke meldingen over mogelijke bijwerkingen kwamen eerder ook uit andere EU-landen. Het Europees medicijnagentschap EMA onderzoekt momenteel of er een oorzakelijk verband is tussen het vaccin en de mogelijke bijwerkingen. Het ministerie van Volksgezondheid verwacht dit oordeel op 7 april.

Op dit moment zijn ongeveer 400.000 AstraZeneca-vaccins in Nederland toegediend. Als doelgroepen voor dit type vaccin waren vooralsnog mensen tussen de 60 en 64 jaar aan de beurt, mensen met het syndroom van Down, mensen met morbide obesitas, mensen die werkzaam zijn in de zorg voor kwetsbare mensen, de wijkverpleging en ook voor alle niet-mobiele thuiswonende ouderen.

Vorige maand stopte het ministerie ook al ruim twee weken met de toediening van dit Brits-Zweedse vaccin, vanwege mogelijk ernstige bijwerkingen bij een klein aantal mensen.

GGD schrapt duizenden prikafspraken

De GGD’en schrappen ongeveer 10.000 afspraken voor vaccinaties met AstraZeneca van mensen die jonger dan 60 jaar zijn, dus mensen die in of na 1961 geboren zijn. Dat geldt per direct en in elk geval tot en met komende woensdag, 7 april. Ook de mensen uit die groep die nu in de rij staan te wachten bij een vaccinatielocatie kunnen niet meer geprikt worden.

GGD’en dienen het vaccin toe aan mensen die in de langdurige zorg werken. Zij kunnen voorlopig ook geen nieuwe prikafspraak maken.

Huisartsen geven het vaccin ook. Zij vaccineren zestigers, maar ook mensen met het syndroom van Down en mensen met morbide obesitas van alle leeftijden. De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) weet niet hoeveel prikafspraken in die groepen komen te vervallen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen