Help de vogels en maak een winterwonder vogeltuin

Foto: Christine Jamin via Pixabay

Wat voor ons een mooi sneeuwlandschap of winters plaatje is, is het voor de vogels een strijd om te overleven.

De grond is op veel plekken bedekt met sneeuw of bevroren, waardoor ze moeilijker aan voedsel kunnen komen.

Bloemen, bijen, bessenstruiken, een vijvertje en stukje gras. Het is allemaal goed voor vogels, maar daar komt nu niks van terecht. Gelukkig zijn er ook veel dingen die wij mensen kunnen doen om de tuinvogels de kou door te helpen. Nu de sneeuw er eindelijk is: maak een winterwonder vogeltuin!

Vijf tips om de vogels te helpen en wonderlijk veel vogels te verwelkomen.

Verschillend voer op meerdere plekken

De meest eenvoudige manier om vogels te helpen in jouw tuin is voeren. Maar elk vogeltje eet zoals het gebekt is en ze vinden niet allemaal hetzelfde voedsel lekker. Als je het leuk vindt om verschillende soorten vogels in de tuin te krijgen, voer dan gevarieerd. Zaadeters hebben een dikke snavel, zoals mussen. Insecteneters hebben een dunne snavel, zoals de roodborst.

Naast het soort eten, hebben tuinvogels ook nog voorkeuren voor waar dat eten moet liggen. Op de grond, in een boom, onder struiken of juist in een voerhuisje. Hier vind je het overzicht van wat de verschillende tuinvogels prefereren waar ze dat het liefst eten. 

Maak zelf vogelvoer

Zelf vogelvoer maken is ietsje meer werk, maar leuk om zelf doen. Ook leuk om met de (klein)kinderen te doen.

  • Een pindaslinger rijgen. Maak met een prikpen of spijkertje eerst een gaatje in de pinda; dat rijgt makkelijker. En wissel de pinda’s ook af met stukken appel of peer ertussen.
  • Vetbollen maken. Er zijn naast de klassieke bol veel variaties mogelijk: giet het gesmolten vet bijvoorbeeld in een ouderwets kopje met een oortje dat je ophangt aan een tak.
  • Maak een spechtenblok. Dit maak je van een dikke boomtak of een open haardblok. Benodigdheden: een boor, een haak, een touw en vogelpindakaas. Check hier hoe je het maakt. 

Geef water

Zet ’s morgens een lage schaal met vers water neer voor de vogels, om te drinken én te badderen. Dat doen ze namelijk ook midden in de winter, want zo verzorgen ze hun veren. Doe er nooit zout in, want dat is erg ongezond voor vogels. Voeg ook nooit suiker toe, want als ze dan badderen, zitten hun veren helemaal onder een suikerplaklaagje. Vries het goed hard en blijft het water niet open? Geen probleem, dan pikken ze sneeuw of rijp om aan vocht te komen.

Strooi geen zout maar zand

Strooi geen zout maar scherp zand, als het glad wordt. Vogels kunnen het zout binnenkrijgen via insecten die er dood van gaan of via smeltwater. Daarvan krijgen ze ernstige nierproblemen.

Zout is verder slecht voor de planten en bomen in uw tuin, maar ook voor het bodemleven. Scherp zand is net zo effectief en voor niemand gevaarlijk.

Laat blaadjes en bloemen liggen

Laat afgevallen bladeren en uitgebloeide bloemen lekker in de tuin liggen! De bloemen geven zaden, die vogels in de winter eten. En in het voorjaar ontkiemen de overgebleven zaden tot een fleurige lentetuin. En onder afgevallen bladeren leven insecten en die zijn op hun beurt ook weer vogelvoedsel.

Veeg de bladeren van het gazon en groenblijvende planten, anders ontstaan er gele plekken. Veeg ze onder de tuinbank of laat ze onder de heg liggen. Die scharrelende roodborst zal er in de winter heel blij mee zijn!

 

(Bron: Vogelbescherming)

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen