De resultaten van het onderzoeksrapport over het afgeblazen geothermieproject Noordwest zijn vrijdag geprestenteerd door de onderzoekscommissie van de gemeenteraad.
Na het besluit in juni 2016 tot het geothermieproject, waarbij WarmteStad, het nutsbedrijf van de gemeente Groningen en Waterbedrijf Groningen met aardwarmte duizenden woningen zou verwarmen, werd het project nog geen anderhalf jaar later afgeblazen. Het stopzetten van het project heeft als financiële gevolg: een verlies van 6 miljoen euro gemeenschapsgeld, waarvan 3 miljoen voor de gemeente Groningen.
Begin 2018 besloot de raad tot het raadsonderzoek Geothermie Noordwest om te onderzoeken hoe het zover heeft kunnen komen. Daarmee wil de raad verantwoording afleggen aan de Groningers over het verlies van gemeenschapsgeld en wil de raad leren voor toekomstige projecten.
Conclusies en aanbevelingen
De onderzoekscommissie trekt op basis van het onderzoek 11 conclusies over het geothermieproject en komt met 6 aanbevelingen voor de gemeente Groningen.
Het besluit in november 2017 om te stoppen met geothermie had volgens de commissie te maken met de inschatting van de gemeente en het waterbedrijf dat de kans te klein was dat er nog een winningsvergunning zou komen, ongeacht de uitkomsten van een nog uit te voeren proefboring. Die inschatting ontstond door het feit dat SodM zich negatief had uitgelaten over geothermie nabij gaswinning en over de organisatie WarmteStad.
De kans op een negatieve reactie van het SodM kwam voor WarmteStad en de aandeelhouders als een verrassing. In de risicoanalyses werd geen rekening gehouden met het scenario dat het project al voor de proefboring zou moeten worden stopgezet. De onderzoekscommissie concludeert dat het risicomanagement rond geothermie kwetsbaar was.
Inschatting risico aardbevingen
De onderzoekscommissie concludeert verder dat ‘WarmteStad en de gemeentelijke organisatie veel inspanning hebben verricht om het college van B&W en de gemeenteraad tijdig, volledig en juist te informeren over de voortgang en belangrijke beslissingen bij het project’.
Echter ten aanzien van de risico’s op seismiciteit (aardbevingen) en de rol van SodM had achteraf gezien de informatievoorziening adequater gekund. Ondanks de opvatting dat het risico op seismiciteit waarschijnlijk klein was, waren er ook kritische geluiden. In de communicatie naar de raad is vooral benadrukt dat het risico (verwaarloosbaar) klein was, terwijl dat niet met zekerheid zo stellig kon worden verwoord.
Aanbevelingen
De aanbevelingen van de onderzoekscommissie hebben vooral betrekking op verbeterpunten voor de gemeente Groningen. Bij nieuwe vergelijkbare projecten moet de gemeente voldoende aandacht besteden aan ontwikkelingen “in de beleidscontext” en in de maatschappij die bepalend zijn voor de slaagkans van het project.
Verder beveelt de onderzoekscommissie aan dat de gemeente aanvullende deskundigheid moeten organiseren op besluitvormingsmomenten binnen de gemeente rond aspecten waar de gemeente die kennis zelf niet heeft “voor het nodige kritische tegengeluid”. Daarbij hoort optimale informatievoorziening op dat punt aan college en raad om te komen tot een zorgvuldige afweging in de besluitvorming.
Het complete eindrapport is te vinden op gemeente.groningen.nl
