De tentoonstelling ‘Slavernij. En de Groningers?’ opent vrijdag 24 juni in Museum aan de A (de opvolger van het Noordelijk Scheepvaartmuseum). De tentoonstelling laat zien hoe Groningers op allerlei manieren betrokken waren bij de handel in mensen en slavernij. “Het was dichterbij dan je denkt”, aldus het museum.
Duizenden Groningers
Volgens het museum waren niet alleen bekende zeelieden, plantage-eigenaren, investeerders en andere rijke, vooraanstaande Groningers betrokken bij de slavernij. Ook Groningse grutters, handelaren in koloniale waar en duizenden jongens en mannen uit de hele provincie die als bemanning mee voeren op grote schepen van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie (WIC). Slavernij is een wezenlijk onderdeel van de Groningse geschiedenis.
Ook is er aandacht voor de manier waarop slavernij doorwerkt in het dagelijks leven van Groningers van nu.
Het Museum aan de A werkte voor deze tentoonstelling samen met onder meer het Kura Hulanda Museum op Curaçao, de Hanzehogeschool, Stichting Noaberschap, Comité 30 juni – 1 juli Groningen en Stichting Pittig Gekruid. Slavernij. Studio 212 Fahrenheit deed de vormgeving voor de tentoonstelling, in samenwerking met de Kunstraad Groningen. De tentoonstelling is onderdeel van de culturele manifestatie Bitterzoet Erfgoed
De tentoonstelling is te zien van 24 juni tot en met 8 januari 2023.
