Lilian Zielstra schrijft laatste gedicht voor de stad

Stadsdichter Lilian Zielstra.
Stadsdichter Lilian Zielstra.
Foto: Gemeente Groningen

Stadsdichter Lilian Zielstra is bijna klaar met haar Staddichterschap. Ze heeft twee jaar lang gedichten geschreven over de gemeente Groningen en bij bijzondere gelegenheden. Maandagavond 4 februari maakt de gemeente haar opvolger bekend.

Lilian Zielstra heeft nog een laatste gedicht geschreven: “Ik behoor de stad toe.” Nu haar Stadsdichterschap is afgelopen gaat ze zich storten op proza en ze is bezig met een roman.

Fakkeltocht

Tijdens een van Lilians eerste optredens, voor de fakkeltocht tegen gaswinning, stonden duizenden mensen te luisteren. Ze schreef daarvoor een speciaal gedicht geschreven: Fundament.

“Eigenlijk was dat niet zo spannend, er stonden zoveel mensen, dat ik geen individuen kon onderscheiden. Als je dicht op het publiek staat en ze aankijkt, is het veel spannender”, aldus Zielstra.

Als Stadsdichter moet je zes keer per jaar een gedicht maken over en voor de stad. Dat lukte makkelijk. Ze dichtte over plekken als de Vismarkt, de Nieuwstad, Folkingestraat en over Eurosonic, Noorderzon, de bibliotheek en over het vele bouwen in de stad.

Nieuws

Soms ging ze in op de actualiteit, zoals over de aardbevingen “Maar op een gegeven moment probeerde ik bij elk nieuws te bedenken: ‘Moet ik hier wat mee?’ Dat werkte niet.”

Liever kijkt ze om zich heen als ze door de stad dwaalt. Zoals toen ze een man zag, die met een bos bloemen richting de hoerenbuurt liep. Dat roept vragen op: “Zijn de bloemen voor een prostituee? Of voor zijn vrouw? Of woont hij daar?” Het gedicht dat ze erover schreef is nu de titel van haar bundel geworden: “Ik zag een man met een bos bloemen naar de Nieuwstad gaan”, waarin haar Stadsdichter-gedichten en ander werk staan.

Bejaarden

Een project dat ze in de afgelopen twee jaar heeft opgezet is het koppelen van poëzie aan ouderen. “Toen ik zelf in een verzorgingstehuis werkte, merkte ik dat mensen met dementie of alzheimer goed reageren op muziek en poëzie. Op het ritme.” Daarom ging ze met muzikant en drie of vier andere dichters langs bejaardentehuizen of ouderenclubs. Daar hoorden ze de verhalen van de mensen aan en schreven er dan ter plekke gedichten of liedjes over.

Briefjes en Elvis

Het mooiste verhaal was van een vrouw, die vertelde dat ze als klein meisje tijdens de Tweede Wereldoorlog op het station mensen in wagons zag. Het waren Joden die op het punt stonden gedeporteerd te worden. Ze gooiden door de kieren allemaal briefjes naar buiten. Zij verzamelde ze en bracht ze naar haar moeder. Die bezorgde ze bij de juiste adressen.

Een ander bijzonder moment met een groep bejaarden was toen de muzikant een cover van Elvis speelde en de ouderen spontaan met z’n allen de tweede stem gingen meezingen. “Dat hadden ze net op zangles geleerd. Ik moest echt janken. Zo mooi.”

Druk

De zes verplichtte jaarlijkse gedichten zorgden niet voor veel druk bij Lilian. Dat haalde ze makkelijk. “Wat soms wel extra druk gaf, was dat ik bij optredens werd aangekondigd als dé Stadsdichter. Dan wil je het wel graag goed doen.” Bovendien kreeg ze door haar functie veel meer opdrachten met af en toe krappe deadlines, waarvoor ze hard moest werken om ze te halen.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen