‘Tuinvlindertelling 2019: de helft minder vlinders’

Foto: CCO/Publiek Domein

Het aantal vlinders dit jaar is gehalveerd. Dat blijkt uit de jaarlijkse tuinvlindertelling, georganiseerd door de Vlinderstichting. De atalanta is de meest getelde vlinder. De atalanta werd de landelijke nummer 1.

Er zijn minder vlinders gezien dan in de voorgaande jaren, echter in het Noorden en dan vooral in Groningen, Friesland, Noord-Holland en de Wadden zijn veel vlinders waargenomen in de tuin. Vooral de dagpauwoog, atalanta en distelvlinder zijn daar talrijk. Het is nog onduidelijk waarom dat zo is.

2019 is een slecht vlinderjaar, aldus de Vlinderstichting. Dat komt doordat vorig zomer door het droge weer veel rupsen zijn doodgegaan omdat de planten waar ze afhankelijk van zijn waren verdroogd.

Gemiddeld lag het aantal getelde vlinders veel lager dan andere jaren. De afgelopen tien jaar waren er gemiddeld 15 vlinders per telling in de tuin. Dit jaar zijn dat er slechts 7,5: een halvering.

Top drie vlinders

De atalanta eindigde landelijk op nummer één. Dat komt omdat ze vooral in de noordelijke provincies, waar dus redelijk veel vlinders werden gezien, erg talrijk zijn. Ten zuiden van de grote rivieren werd de atalanta veel minder gezien. Het klein koolwitje eindigde op de tweede plek. Deze komt verspreid door het hele land voor. De derde plaats is voor de dagpauwoog.

De grote afwezige is de kleine vos. Deze vlinder is vrijwel altijd in de top vijf te vinden, maar dit jaar komt hij niet verder dan plaats twaalf.

Van 6 tot en met 28 juli 2019 organiseerde De Vlinderstichting de tuinvlindertelling. Er zijn zo’n 10.000 tellingen gedaan. Een kwartier lang noteerde men de vlinders die in de tuin aanwezig waren.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen